1 Samuel 29:4

SVDoch de oversten der Filistijnen werden zeer toornig op hem, en de oversten der Filistijnen zeiden tot hem: Doe den man wederkeren, dat hij tot zijn plaats wederkere, waar gij hem besteld hebt, en dat hij niet met ons aftrekke in den strijd, opdat hij ons niet tot een tegenpartijder worde in den strijd; want waarmede zou deze zich bij zijn heer aangenaam maken? Is het niet met de hoofden dezer mannen?
WLCוַיִּקְצְפ֨וּ עָלָ֜יו שָׂרֵ֣י פְלִשְׁתִּ֗ים וַיֹּ֣אמְרוּ לֹו֩ שָׂרֵ֨י פְלִשְׁתִּ֜ים הָשֵׁ֣ב אֶת־הָאִ֗ישׁ וְיָשֹׁב֙ אֶל־מְקֹומֹו֙ אֲשֶׁ֣ר הִפְקַדְתֹּ֣ו שָׁ֔ם וְלֹֽא־יֵרֵ֤ד עִמָּ֙נוּ֙ בַּמִּלְחָמָ֔ה וְלֹא־יִֽהְיֶה־לָּ֥נוּ לְשָׂטָ֖ן בַּמִּלְחָמָ֑ה וּבַמֶּ֗ה יִתְרַצֶּ֥ה זֶה֙ אֶל־אֲדֹנָ֔יו הֲלֹ֕וא בְּרָאשֵׁ֖י הָאֲנָשִׁ֥ים הָהֵֽם׃
Trans.wayyiqəṣəfû ‘ālāyw śārê fəlišətîm wayyō’mərû lwō śārê fəlišətîm hāšēḇ ’eṯ-hā’îš wəyāšōḇ ’el-məqwōmwō ’ăšer hifəqaḏətwō šām wəlō’-yērēḏ ‘immānû bammiləḥāmâ wəlō’-yihəyeh-llānû ləśāṭān bammiləḥāmâ ûḇammeh yiṯəraṣṣeh zeh ’el-’ăḏōnāyw hălwō’ bərā’šê hā’ănāšîm hâēm:

Algemeen

Zie ook: Filistijnen
1 Kronieken 12:19

Aantekeningen

Doch de oversten der Filistijnen werden zeer toornig op hem, en de oversten der Filistijnen zeiden tot hem: Doe den man wederkeren, dat hij tot zijn plaats wederkere, waar gij hem besteld hebt, en dat hij niet met ons aftrekke in den strijd, opdat hij ons niet tot een tegenpartijder worde in den strijd; want waarmede zou deze zich bij zijn heer aangenaam maken? Is het niet met de hoofden dezer mannen?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּקְצְפ֨וּ

werden zeer toornig

עָלָ֜יו

op

שָׂרֵ֣י

Doch de oversten

פְלִשְׁתִּ֗ים

der Filistijnen

וַ

-

יֹּ֣אמְרוּ

zeiden

ל

-

וֹ֩

-

שָׂרֵ֨י

hem, en de oversten

פְלִשְׁתִּ֜ים

der Filistijnen

הָשֵׁ֣ב

wederkeren

אֶת־

-

הָ

-

אִ֗ישׁ

man

וְ

-

יָשֹׁב֙

wederkere

אֶל־

dat hij tot

מְקוֹמוֹ֙

zijn plaats

אֲשֶׁ֣ר

waar

הִפְקַדְתּ֣וֹ

gij hem besteld hebt

שָׁ֔ם

-

וְ

-

לֹֽא־

en dat hij niet

יֵרֵ֤ד

ons aftrekke

עִמָּ֙נוּ֙

met

בַּ

-

מִּלְחָמָ֔ה

in den strijd

וְ

-

לֹא־

opdat hij ons niet

יִֽהְיֶה־

worde

לָּ֥נוּ

-

לְ

-

שָׂטָ֖ן

tot een tegenpartijder

בַּ

-

מִּלְחָמָ֑ה

in den strijd

וּ

-

בַ

-

מֶּ֗ה

want waarmede

יִתְרַצֶּ֥ה

aangenaam maken

זֶה֙

zou deze

אֶל־

zich bij

אֲדֹנָ֔יו

zijn heer

הֲ

-

ל֕וֹא

Is het niet

בְּ

-

רָאשֵׁ֖י

met de hoofden

הָ

-

אֲנָשִׁ֥ים

mannen

הָ

-

הֵֽם

dezer


Doch de oversten der Filistijnen werden zeer toornig op hem, en de oversten der Filistijnen zeiden tot hem: Doe den man wederkeren, dat hij tot zijn plaats wederkere, waar gij hem besteld hebt, en dat hij niet met ons aftrekke in den strijd, opdat hij ons niet tot een tegenpartijder worde in den strijd; want waarmede zou deze zich bij zijn heer aangenaam maken? Is het niet met de hoofden dezer mannen?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!